Een duikleiding geven blijft altijd een beetje moeilijk.
Je moet aan veel denken, alles trachten chronologische te vertellen en vooral veilig duiken

Een goede duikleiding bestaat uit 4 delen:

- Voor de briefing (Afspraken)

- De briefing (Kennismaking, veiligheid en duikplan)

- De duik zelf (Voor, tijdens en na)

- De debriefing (Bespreking en administratie)

Onderstaande lijst geeft een modelbriefing weer voor een duikleider.

Voor de duik

Wie

• Met wie duik ik ?
• Wat is zijn/haar ervaring (duikbrevet, aantal duiken, laatste duik)?
• Mag ik met deze persoon duiken (onder deze omstandigheden) ?

Waar

• Waar gaan we duiken?
• Waar spreken we af?
• Waar moet tijdens de duik op veiligheidsgebied extra gelet worden?

Wat

• Wat voor duik gaan we doen (bootduik, kantduik) ?
• Wat is het doel van de duik ( fotografie, wrakduik, biologische interesse, ...)
• Wat is er daar zoal te zien?
• Wat voor materiaal heb ik nodig (standaard materiaal + specifiek materiaal: lamp, buddy line, OSB, + heb ik ge­noeg lucht om deze duik te maken)?
• Wat is de reglementering (vergunningen, ...) ?

Wanneer

• Wanneer spreken we af voor de duik?
• Wanneer spreken we af voor de briefing?
• Wanneer duiken we?

Hoe

• Hoe wordt op deze duikplaats gedoken?
• Hoe gaan we naar de duikplaats?
• Hoe gaan we te water?
• Hoe komen we uit het water?

Duikplan

• Uur van vertrek
• Kompasrichting
• Duikdiepte
• Duiktijd
• Luchtvoorraad + afspraak reserve.
• Opstijging en decompressie
• Uur van bovenkomen
• De duik wordt beëindigd indien ofwel:
  • de duiktijd of duikduur bereikt
  • is de maximale decoduur/nultijd bereikt is
  • de reservelucht bereikt is
  • bij incident.

Veiligheidsaspecten

• Noodnummers
• GSM of telefooncel in de buurt
• Zuurstof
• Water/deken
• Oppervlakteveiligheid (indien mogelijk)
• Probleem- en noodprocedures
  • verliesprocedure (vertikaal of eerst naar de kant, trappen maken of niet, ...)
  • Incidenten (essoufflement, problemen met oren, enz.)  
  • Reserve afspeken (1/4 druk bij duiken >30m, 1/3 druk bij duiken > 30m, 1/2 druk bij duiken dieper dan 50m)
  • Stijgen (veiligheidstrap of niet, deepstops of niet)
  • Uit het water komen (terug aan boord bij bootduiken)

Controle voor de duik (vlak voor te water gaan)

• Alles bij/niets vergeten
• Test het functioneren Ken het materiaal van je buddy (loodgordel, trimvest, droogpak, ...)
• Instrumenten (vooral computer!)
• Tweede ontspanner(s)
• Duiktekens

De duik

• Duik volgens je plan I!!
• Vraag regelmatig of alles OK is aan uw mededuikers.
• Controleer regelmatig alle manometers.
• Voer steeds verliesprocedure uit, indien 1 mededuiker vermist is.
• Indien een mededuiker een ander richting tracht te nemen, maak hem er dan attent op wat wel de juiste richting is.
• Voor het berekenen van uw decompressietrappen, controleer elke computer of dieptemeter, om te weten wie het dieptste gedoken heeft, op welke diepte uw eerste trap moet gemaakt worden.
• Tijdens het maken van uw decompressietrappen, zorg ervoor dat niemand boven deze trapdiepte komt, beter iets dieper.
• Denk eraan, jij bent de DUIKLEIDER, laat je niet misleiden.
• De duikleider gaat laatst uit het water

Debriefing

• Wat hebben we gezien?
• Opmerkingen. over het duikgedrag?
• Verliep alles naar wens?
• Juiste lood?
• Niets vergeten; de regels van de federatie:
  • na de duik ... uur niet vliegen
  • geen zware inspanningen
  • 3 uur niet vrijduiken
  • geen hete baden, sauna of massage
• Duikgegevens (diepte, duiktijd, duikduur, uur van bovenkomen)
• Logboekje invullen